Lotta over De stad van de wilde goden – Isabel Allende
“Aan de ene kant is het een heel realistisch boek en aan de andere kant een boek dat je niet zo snel tegenkomt.” Lotta, 16, scholier, Zeist.
Rik over Brandende liefde – Jan Wolkers
“Brandende liefde laat zien dat seks in het oeuvre van Jan Wolkers heel functioneel is en dat deze echt een doel dient.” Rik, 23, student Nederlandse Taal en Cultuur, Utrecht.
Arthur Japin over Verloren Illusies – Honoré de Balzac
“Je ziet de hele wereld van schrijvers, uitgevers en publicaties die mislukken en het is exact hetzelfde zoals het er vandaag aan toe gaat in de hele wereld.” Arthur Japin, 58, schrijver, Utrecht.
Alice over Hersenschimmen – J. Bernlef
“En uiteindelijk wordt het heel erg verwarrend, maar het is toch wel mooi om te zien hoe zo’n man in de wereld staat.” Alice, 17, scholier, Driebergen.
Peter Terrin over Picknick op het ijs – Andrej Koerkov
“Heel spannend boek, heel absurd, heel doordrongen van een Russische geest.” Peter Terrin, 46, schrijver, Herzele.
Francis over Een weeffout in onze sterren – John Green
“Ik vind het een mooi boek, omdat John Green een tragisch verhaal op een hele luchtige manier vertelt en er ook veel humor in zit.” Francis, 17, scholier, Zeist.
Herman Koch over Schrijver – Karl Ove Knausgard
“Ik zou iedereen aanraden om met dit laatste deel te beginnen, want het is eigenlijk het beste deel van de hele cyclus.” Herman Koch, 61, schrijver, Amsterdam.
Kader Abdolah over zijn boek Papegaai vloog over de IJssel
“In dit boek neem ik mijn lezers mee naar de ware gebeurtenissen die in dit land plaats hebben gevonden.” Kader Abdolah, 60, schrijver, Delft.
Arthur Japin over zijn boek De gevleugelde
“Ik moet nog vijf pagina’s schrijven, maar ik weet toch al wel waar het over gaat!” Arthur Japin, 58, schrijver, Utrecht.
Peter Terrin over zijn boek Monte carlo
“En dan gaat het fout: de brandstof lekt op het gloeiende koetswerk van een lotus, er ontstaat een brand, een steekvlam.” Peter Terrin, 46, schrijver, Herzele, Belgie.
Oek de Jong over De consequenties – Nina Weijers
“In het begin van het boek denk je steeds: wat een raar mens is dit, hoe kan ze zulke dingen doen. Dat duurt tot ongeveer halverwege het boek.” Oek de Jong, 62, schrijver, Amsterdam.
Lotte over De kleine blonde dood – Boudewijn Büch
“Je moet het lezen, omdat het niet te moeilijk te lezen is en er in een kort boek een heel sterk verhaal wordt verteld.” Lotte, 18, scholier, Bergen.
